Het advies van december vorig jaar om eieren van eigen kippen of kinderboerderijen niet te eten, blijft daarom staan. Eieren uit supermarkten bevatten veel minder PFAS en kunnen wel veilig gegeten worden.
177 eieren geanalyseerd
Het RIVM deed
het grootschaliger vervolgonderzoek bij 31 locaties van hobbykippen in de regio Zuid-Holland Zuid. In totaal zijn er 177 eieren geanalyseerd. Op 22 locaties geldt dat mensen door het eten van één ei per week al meer PFAS binnenkrijgen dan de vastgestelde grenswaarde.
Dat waren de eieren van acht locaties in de gemeente Molenlanden, vier in Dordrecht, vier in Papendrecht, twee in Hardinxveld-Giessendam, één in Alblasserdam, één in Sliedrecht, één in Altena en één in de Hoeksche Waard.
‘Geen direct verband’ met Chemours
Net als bij
het onderzoek van vorig jaar is er ook deze keer geen direct verband tussen de aanwezigheid van het Dordtse chemiebedrijf Chemours en de PFAS die in eieren is gevonden. In de eieren zit vooral veel PFOS, een PFAS-soort die Chemours, voor zover bekend, nooit heeft uitgestoten.
Dat is wel het geval met PFOA, dat ook in de eieren werd aangetroffen, maar dat gebeurde meestal in lagere gehalten. De stof GenX, die de fabriek sinds 2012 uitstoot, wordt niet of nauwelijks gevonden in de eieren.
‘Landelijk probleem’
De vier betrokken gemeenten zijn geschrokken van de uitkomst van het onderzoek. “Dit is niet alleen een probleem van onze regio, maar een landelijk probleem”, zo valt te lezen in een persbericht. “Wij vinden het dan ook nog steeds belangrijk dat er een verbod op Europees niveau komt op de uitstoot van PFAS en blijven daarvoor strijden, ook lokaal.”
Een ander onderzoek, via welke route de PFAS in eieren komt, loopt nog. Onderzoekers hebben hiervoor de bodem, water, voer, vitamines, anti-wormenmiddel, nestmateriaal en verpakkingsmateriaal voor het voer onderzocht. Daarin is niets gevonden dat het verhoogde PFAS-gehalte in de eieren kan verklaren. Er wordt nog wel gekeken naar PFAS-gehalten in wormen.
Meer onderzoek
De oorzaak van de hoge PFAS-gehalten in eieren van hobbykippen, is dus nog onbekend. Volgens de gemeenten is het aannemelijk dat het probleem zich niet beperkt tot onze regio. Het RIVM wil daarom ook in andere plaatsen in Nederland onderzoek doen.