De provincie heeft besloten de beschikbare 2,5 miljoen te verdelen over de gemeenten op basis van cijfers van het Centraal Bureau van Statistiek. Het budget per gemeente wordt bepaald door het aantal minima onder inwoners. Dit is het aantal mensen dat met het minimaal mogelijk loon moet rondkomen.
Gemeenten kunnen zelf veel invulling geven aan de regeling, benadrukt gedeputeerde Frederick Zevenbergen. “De gemeenten kunnen zelf bepalen welke inkomensgrens ze hanteren en indien nodig aanvullend eigen middelen reserveren bij het hanteren van een ruimere doelgroep.” Zevenbergen stelt de gemeenten een Dal-Vrij product voor. Inwoners zouden dan buiten de ochtendspits en in de weekenden gratis kunnen reizen.
Niet overal
De proef is onderdeel van het Zuid-Hollandse coalitieakkoord van GroenLinks-PvdA, VVD en CDA. Het opzetten van deze regeling heeft tijd gekost, omdat het provinciebestuur veel heeft samengewerkt met de gemeenten. De proef geldt alleen voor het openbaar vervoer waar de provincie zelf verantwoordelijk voor is. NS-treinen, de bussen, trams en metro in Den Haag en Rotterdam vallen daarbuiten. Volgens gedeputeerde Zevenbergen (VVD) , die het plan presenteerde, is de regeling anders financieel en organisatorisch niet haalbaar.
Landelijke regelingen voor minima
De proef van Zuid-Holland zou een eerste stap kunnen zijn naar een landelijke invoering van een minimaregeling voor het OV. Zevenbergen schat in dat de ontwikkeling van een dergelijk voorstel wel minstens tot 2026 zal duren. “De pilot van Zuid-Holland kan worden gezien als een voorloper hierop, waarbij ervaring wordt opgedaan met een dergelijk initiatief, dat kan worden ingebracht bij de landelijke ontwikkeling”, aldus Zevenbergen.
De provincie Limburg is ook bezig met het invoeren van een regeling voor minima, maar heeft deze plannen moeten uitstellen. Gemeenten in Limburg lopen aan tegen weerstand van gemeenten over het aanvraagproces.