“Die ongelijkheid is (ook) in Dordrecht echt heel zorgelijk. We zien gewoon dat heel veel kinderen niet gelijke kansen hebben”, legt wethouder Peter Heijkoop uit. “Die al heel moeilijk de taal spreken op jonge leeftijd, die echt al achterstanden hebben opgelopen.” Hij is dan ook trots dat hij, samen met een aantal scholengemeenschappen, deze week een convenant heeft ondertekend, dat daar verandering in moet brengen. “We hebben al veel contact met het Rijk, met het Ministerie van Onderwijs, omdat wij in Dordrecht het Dordtse Leerprogramma hebben. Daarmee lopen wij voor in Nederland. Een heel ambitieus programma waar het Ministerie zeer geinteresseerd in is. En zij hebben dus nu ook gezegd: willen jullie voortrekker zijn de komende jaren ten opzichte van andere gemeenten met de Rijke Schooldag. Dat wilden we zeker.”
De Rijke Schooldag is een project waarin gemeenten en scholen subsidie krijgen van het Rijk om allerlei activiteiten te organiseren die de kansengelijkheid moeten verkleinen. Dat zijn activiteiten onder schooltijd, bijvoorbeeld extra taal- en rekenlessen, maar ook na school. Bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding of sportlessen voor kinderen wiens ouders dat normaal gesproken niet kunnen betalen.
In Nederland zijn 45 koplopers aangewezen: gemeenten en scholen die al bezig zijn met de aanpak van kansenongelijkheid. Daarnaast kunnen 35 startende gebieden voor het einde van september subsidie aanvragen. Benieuwd wat scholen merken van die kansenongelijkheid en wat ze hopen met de subsidie te bereiken? Bekijk hieronder de reactie van een van de ondertekenaars van het convenant, Frank Tigges (bestuurder van Nestes Scholengroep).