Het werkt als volgt op Basisschool Don Bosco: er zijn nu twee extra lesuren, op maandag en donderdag. Dat moet uitgroeien tot maximaal vijf. De extra lessen zijn verplicht, komen bovenop de reguliere uren en zijn
duidelijk anders van inhoud. Het gaat om muziekles, techniek, onderwijs over gezonde voeding, het leren van sociale vaardigheden, kunst en cultuur en 'bewegend leren'. Bij die laatste spelen rekenen en taal een
rol, een flinke speurtocht bijvoorbeeld.
Wondergem: "Een vak als kunst of muziek geeft kinderen zelfvertrouwen. Niet iedereen komt daar thuis mee in aanraking. Ze hebben er lol in, volgen de les met een glimlach op hun gezicht. Ze doen mee met de rest van de samenleving." Protest vanuit de ouders dat hun kinderen een uur later thuis komen was er niet, volgens Miriam Wondergem. "Ouders zien de meerwaarde."
We vervolgen het rondje door de school. In groep-7 wordt tijdens de voedingsles geproefd. Van ontbijtkoek tot citroen. Hoe reageert de tong? Wat klopt er van de mythe dat je zoet proeft met het puntje en bitter
juist met het achterste van je tong? Niet veel dus, ontdekt de klas al snel. Je proeft alles overal op je tong, plat gezegd.
In het gymlokaal moet groep-6 een bijna bovenmenselijke opdracht uitvoeren: tikkertje spelen zonder te gillen. Dat lukt eerst matig. Bij een nieuwe poging gaat het een stuk beter. "Kinderen moeten af en toe
ook dempen, dat hoort erbij. Leren om rustig te zijn, terwijl ze bewegen", zegt Tim Brand van Move Academy dat wordt ingezet voor deze les. En zo voltrekken zich door de hele Don Bosco-school lessen die anders zijn
dat het klassieke reken- en taalwerk. De kleuters van groep-2 zingen en dansen over Rupsje Nooitgenoeg, begeleid door een muziekdocente Irene Versluis. Tussendoor worden worden er ook nog even woorden als 'cocon' en 'ontpopt' meegepikt.