De gevulde tafels die donderdag in de hal van het Insula College Koningstraat niet te missen waren, zijn nu leeg. De ingezamelde spullen zijn in tassen achterin een bestelbus geladen en gaan vrijdag met Niels en Pieter mee op transport richting Oekraïne. “Er zitten veel nuttige producten tussen”, zegt Niels terwijl hij naar een tas met maandverband en tampons wijst. “Als je een schotwond hebt, stop je een tampon in het gat. Die zet uit en stopt vervolgens het bloeden”, vertelt hij, “Veel mensen weten het niet, maar dit zijn levensreddende dingen.”
|LEES OOK:
Het Insula College zamelt in voor Oekraïne: ‘Trots dat de school dit doet’
SteunpakkettenToen de oorlog begon, voorzag Niels de in Oekraïne gestrande vrachtwagenchauffeurs van steunpakketten. Uiteindelijk kreeg hij zoveel steun en producten, dat hij meer mensen in Oekraïne kon helpen. Iets wat hij inmiddels samen doet met de Oekraïense Pieter. “De schoolkinderen van hier die de kinderen daar helpen, ik wil ze graag bedanken”, vertelt Pieter.
Voor het leven getekendDe mannen zijn al vaker naar Oekraïne gereden en zien met eigen ogen hoe de situatie daar is. “Mensen zijn teleurgesteld. Dat is het ergste. Ze zijn teleurgesteld in Rusland en vragen zich af waarom dit allemaal moet gebeuren”, vertelt Niels. Ook vertelt hij over Oekraïense kinderen die in Polen in het ziekenhuis liggen omdat ze zijn verkracht. De jongste van die groep is 9 jaar oud, de oudste 13. “Ik heb zelf ook dochters en ik moet er niet aan denken dat hetzelfde bij hen zou gebeuren. De kinderen zijn zo jong. Die wonden helen wel, maar zij zijn voor het leven getekend.”
MediaDe media laten volgens Niels te weinig zien van wat er in Oekraïne aan de hand is. Dit is dan ook de reden dat hij de situatie daar zelf, ongefilterd vast wil leggen. “Ik ben er klaar mee. De media zijn te netjes”, zegt hij. Hij merkt dat het voor veel mensen een ver-van-mijn-bed-show is: “Ik snap dat. Aan de andere kant gaan deze mensen wel op vakantie. Deze bestemmingen zijn waarschijnlijk verder weg dan Oekraïne. Daar denkt niemand over na.”