Burgemeester Peter van der Velden zegt: “Dit is een hele pijnlijke zaak. Natuurlijk snapt iedereen dat de Joodse gemeenschap tot de dag van vandaag lijdt onder wat er destijds gebeurd is. Maar ik geloof dat het museum in alle oprechtheid gehandeld heeft."
Van geen kwaad bewust
Het museum is zich ook van geen kwaad bewust. Voorzitter Theo Berendzen is daarom ook boos op de kritiek: ”wij geven objectief informatie. Er zijn aan alle kanten slachtoffers gevallen. Onder Joodse mensen, maar ook onder burgers en bij de koopvaardij. En er sneuvelden niet alleen geallieerde soldaten. Wij schetsen zo een compleet beeld."
Joodse gemeenschap is verontwaardigd
De kritiek is afkomstig van Dordtenaar Edjo Frank. Volgens hem is er binnen de Joodse gemeenschap in Dordrecht grote verontwaardiging ontstaan over de publicatie van alle namen: "Hier worden namen van slachtoffers en daders op één hoop gegooid. Begrijpen ze bij dat museum wel wat ze aan het doen zijn?"
Frank zegt ook boze reacties uit Israël en Amerika te hebben gekregen: "Mensen vragen mij; wat gebeurt er in jouw stad. En wat nog meer verbazing wekt is dat de burgemeester ook nog de onthulling van die lijsten opluisterde met zijn aanwezigheid."
Frank weet niet waarover hij het heeft
Museumvoorzitter Berendzen vindt de kritiek van Frank onterecht: "Die man is nog nooit in ons museum geweest en weet niet waar hij over praat. Wij gooien niks op één hoop, we hebben juist keurig slachtoffers gerubriceerd."
Als burgemeester heb ik een rol
Burgemeester Van der Velden hoopt dat de ruzie snel wordt uitgepraat: "We moeten naar elkaar luisteren en er samen uit komen. Terwijl ik de raadsvergadering voorzat heeft één van mijn medewerkers daar al initiatief voor genomen. Ik vind dat ik hier als burgemeester echt een rol heb."