Kyokushin is beter bekend onder de naam full contact karate. "Bij ons is het zaak om de tegenstander zo hard mogelijk te raken zodat er een knock-down of knock-out uitkomt", legt Davy uit. Dit doen ze dan ook zonder bescherming. De vechtkunst is door de Koreaans-Japanse Masutatsu Oyama bedacht en later door Jon Bluming in de jaren zestig in Nederland geïntroduceerd.
De training begint altijd met een ritueel. De karateka's gaan op hun knieën en groeten hiermee de trainer. Daarna kan het echte werk beginnen: door de hele sportzaal klinken de keiharde klappen op de stootzakken. Zelfs de jongste doet fanatiek mee.
Zo begon Davy ook: zijn vader, John Brand, is 15 jaar lang een leerling van trainer Jan Vleesenbeek (72) geweest, en de toen dertienjarige Davy besloot Kyokushin te verkiezen boven voetbal. Een echte gelijkenis ziet Vleesenbeek niet tussen John en Davy: "Davy is een echte vechter, zijn vader was een sportman."
Daarvoor heeft Vleesenbeek meerdere talenten gezien in zijn carrière. Hij traint al sinds 1970. "Ik heb verschillende karateka's en kickboksers getraind en opgeleid, onder andere wereldkampioen Peter Smit."
Nu staat Davy ook in het rijtje van Vleesenbeek. In 2016 werd hij voor het eerst Europees kampioen, en dit jaar voor de tweede keer. Om zulke resultaten te behalen traint hij zes keer in de week, waarbij hij ook aan krachttraining en zwemmen doet.
Aan zijn eerste kampioenstitel hing wel een duur prijskaartje: uiteraard een medaille maar ook een flinke blessure bij zijn borstbeen. Het kostte hem anderhalf jaar om te revalideren.
Alsnog schrikt het Davy niet af om voor een tweede keer kampioen te worden en zelfs 20 november mee te doen aan de wereldkampioenschappen in Tokio. "Voorbereid ben ik sowieso, onvoorbereid gaan we er nooit naartoe", verzekert hij ons.
De meeste topvechtsporters stoppen ongeveer nadat ze de 35 zijn gepasseerd. "Ik heb nog de volledige motivatie om nog een aantal jaar door te gaan."