Jan Veth en Dordrecht
Veth en de stad Dordrecht hebben een lange geschiedenis. De portretschilder en kunstcriticus werd in 1864 op het eiland geboren. De vader van Veth was ijzerhandelaar in Dordrecht en maatschappelijk betrokken met de stad als wethouder. In zijn vrije tijd hield Veth senior zich bezig met de geschiedenis van de Dordtse schilderkunst van de 17e eeuw en publiceerde hij als een van de eersten over de 17e eeuwse kunstschilder Aelbert Cuyp, die eveneens uit Dordrecht kwam.
Veths moeder stamde af van de bekende gebroeders Abraham en Jacob van Strij, schilders uit Dordrecht die rond 1800 furore maakten met hun muurschilderingen. Daarnaast stonden zij aan de wieg van het tekengenootschap Pictura, waarvan Veth later ook lid zou worden. Nadat Veth op 16-jarige leeftijd naar Amsterdam vertrok, keerde hij nog geregeld terug naar zijn geboortestad.
Al in 1888, toen Veth 24 jaar oud was, kocht de Vereniging Dordrechts Museum het eerste werk van Veth aan en een jaar later vond zijn eerste tentoonstelling er plaats. Femke Hameetman, directeur van het Dordrechts Museum is zeer tevreden met deze overzichtstentoonstelling: "Het Dordrechts Museum heeft een historische band met Jan Veth en is de trotse eigenaar van de grootste collectie van zijn werk in Nederland.”
Hameetman legt uit: “In het Regionaal Archief heeft het museum vele foto's, documenten en brieven van de mens achter de kunst. Die komen ook terug in de expositie.” Zij vervolgt: “Brieven en geschriften, vooral de briefgesprekken met zijn echtgenote Anna Dirks, wekken de wereld van Veth tot leven. Zo krijgen bezoekers een uniek inkijkje in zijn bestaan."