Hij is 70 meter lang, 10 meter breed en 13 meter hoog; De Ark. In 2007 gebouwd en in 2010 overgenomen door Aad Peters. Er volgde een tour door Europa, die een half miljoen bezoekers trok. Na 10 jaar is het schip nu terug op het oude nest. Dat werd tijd, want niemand uit de Drechtsteden heeft eigenlijk nog de binnenkant van het enorme gevaarte gezien.
"Het is eigenlijk een grote huiskamer," vertelt Aad. "Een megaboomhut met bijbelverhalen. Buiten het verhaal achter de Ark van Noach worden er ook leuke verhalen verteld rond de Boom des Levens. Wij vertellen niet of het waar is of niet, dat vinden we niet belangrijk. Maar de verhalen zelf wel."
Aad heeft het schip gekocht omdat hij het zag als 'een kaft zonder boek'. "Ik vond het een prachtig schip. Maar het verhaal stond mij niet aan. Ik miste het mooie verhaal. Ik kom zelf uit de theater- en televisiewereld dus het begon bij mij wel te kriebelen."
Dat er iets verteld moest worden was Aad wel duidelijk. Dat is volgens hem ook goed gelukt. "Het afgelopen jaar heeft De Ark in Engeland gelegen, maar daar kon ik niet naar toe. Dus na een jaar kwam ik weer op mijn eigen schip en dacht 'wow, mooi ding eigenlijk'. En ik ben best kritisch op mezelf. Dus als ik dat niet vond had ik hem meteen weer verbouwd."
De organisatie achter het drijvende museum is in gesprek met Rotterdam, want het schip blijft niet in Sliedrecht. Wellicht is het dus straks te vinden in één van de vernieuwde havens van de grote damstad. De komende vier weken ligt De Ark in elk geval nog aan de Schuttevaerkade.